Hydrofoberen is het beschermen van poreuze ondergronden tegen vochtindringing, waardoor aanhechting van vuil, alg- en mosaangroei wordt verminderd. Ook vermindert/voorkomt een gehydrofobeerde ondergrond vorstschade, zoutuitbloeingen en kalkuitbloeingen. De ondergrond blijft altijd dampdoorlaatbaar!
Een hydrofobeermiddel wordt toegepast op poreuze ondergronden zoals metselwerk, beton, natuursteen en andere minerale ondergronden en op zowel horizontale (infrastructuur) als verticale (gevels en kunstwerken) oppervlakken. Producten die toegepast worden op bruggen en viaducten dienen (meestal) een goedkeuringsrapport te hebben volgens BSW-93-26 of BSW-96-21, normen van Bouwdienst Rijkswaterstaat, en/of richtlijn RTD 1002, inclusief aanvullende eisen ten aanzien van NEN-EN 1504-2 en TNO.
De hydrofobeer/impregneermiddelen worden in vloeibare vorm door spuiten of vloeien aangebracht. De meest voorkomende middelen zijn:
Afhankelijk van de te behandelen ondergrond en toepassing wordt een keuze gemaakt uit de verschillende typen. De duurzaamheid van een impregnering is in het algemeen 10 jaar. Wanneer je het impregneren toepast om het oppervlak schoon te houden, zal de bewerking na enige jaren moeten worden herhaald.